De Groenlandse haai (Somniosus microcephalus) is een mysterieuze vis en een van de traagst groeiende dieren op aarde. Bovendien kan hij waanzinnig oud worden – tot wel meer dan vijfhonderd jaar, zo stelden wetenschappers onlangs vast.
De naam zegt het al: de Groenlandse haai is vooral te vinden rond Groenland. Hij leeft ook verder oostwaarts tot in de Barentszzee boven Noorwegen. De vis zwemt vooral bij de bodem op grote dieptes van 200 tot 1200 meter, waar hij zich voedt met walviskarkassen. Soms komt hij ook omhoog om te jagen. Daar staat vis zoals kabeljauw en tarbot op zijn menu, al schijnt hij ook robben en zeevogels buit te maken. Mensen – duikers bijvoorbeeld – laat hij meestal met rust.
Sterk reukvermogen
Zoals bij de meeste haaien is het reukvermogen van de Groenlandse haai sterk ontwikkeld. Dat is ook nodig, want op de grote dieptes waar hij leeft dringt nauwelijks licht door. De ogen van de Groenlandse haai zijn sowieso zwak en de hoornvliezen zijn vaak aangetast door
een parasitair kreeftje. Van zijn zicht moet deze vis het dus niet hebben. Een langeafstandszwemmer is het wel, zo blijkt uit studies. Waar en hoe hij zich precies voortplant is niet bekend.
Trage stofwisseling
Dat de Groenlandse haai zo oud wordt en traag groeit – slechts één centimeter per jaar – komt waarschijnlijk doordat de diepe wateren waar hij zwemt slechts enkele graden boven nul zijn. Daardoor is zijn stofwisseling langzamer, en dieren met een trage stofwisseling verouderen doorgaans minder snel.